Ook een mooi verzamelobject, zilveren naaldenkokers. Zilveren naaldenkokers zijn bekend vanaf 1680, de oudste naaldenkokers zijn vrij groot en lopen taps toe. Deze 17e en 18e eeuwse kokers zijn veelal druk bewerkt met band- en stampdecors.
Aan het eind van de 18e eeuw worden de kokers strakker en gladder. In de loop van de 19e eeuw worden de kokers kleiner en veranderen de drukke decors in fijne graveringen.
Om naalden te bewaren worden er al eeuwen naaldenkokers gebruikt, veelal houten kokertjes maar voor de gegoede burgers en de adel werden er ook naaldenkokers gemaakt van schildpad, ivoor, zilver en ook goud. De eerste zilveren naaldenkokers zijn bekend vanaf 1680. Er zijn zilveren naaldenkokers met drie soorten sluitingen; met een schuifdop, met een draaidop en naaldenkokers met een knip deksel. De naaldenkokers uit de eerste helft van de 18e eeuw hebben allemaal een schroefdop, zijn vaak druk bewerkt en groot. In de tweede helft van de 18e eeuw zijn de zilveren naaldenkokers bijna allemaal taps toelopend met een platte gladde bovenzijde waarop ruimte was voor het aanbrengen van een gravering van een familiewapen of initialen, dit vlak werd ook gebruikt als cachet. Aan het eind van de 18e eeuw worden de zilveren naaldenkokers gladder en strakker, de banddecors verdwijnen dan langzaam. Aan het begin van de 19e eeuw worden de naaldenkokers kleiner, krijgen een schuifdeksel, het cachet verdwijnt en het ribpatroon komt in de mode. Rond 1850 zijn er kleine naaldenkokers met fijne gegraveerde patronen met een schuifdeksel en grotere naaldenkokers met een schroefdop maar ook naaldenkokers in de vorm van een paraplu of een pistool worden gemaakt. Kortom de zilveren en gouden naaldenkokers vormen een geweldig verzamelgebied!
