In de 17e eeuw begint men in Nederland met het dragen van een grote tas met een grote zilveren beugel die met een zilver haak, de zogenaamde zilveren tashaak, aan de rok gedragen werd.
De voorzijde van de zilveren haak was te zien op de rok en was dus een waar pronkstuk. De antieke zilveren tashaken zijn altijd zwaar en stevig uitgevoerd want ze moesten de tas gevuld met snuisterijen en geld kunnen dragen.