Een tafelcouvert wordt ook wel een ‘dinercouvert’ genoemd. Het bestaat uit een bij elkaar passende vork en lepel. En bij “elkaar passend” betekent in deze: van precies dezelfde lengte, en voorzien van dezelfde versiering op het heft.
Dit tafelcouvert is een groot couvert; dat wil zeggen tussen de 20 en 22 cm lang. Het ligt links & rechts van het bord bij warm eten.
Zilveren dinercouverts of tafelcouverts in verschillende bestekmodellen uit een oude verkoopcatalogus van J.A.A. Gerritsen te Zeist.
Een dessertcouvert wordt ook wel een ‘klein couvert’ genoemd. Het bestaat uit een bij elkaar passende vork en lepel. En bij “elkaar passend” betekent in deze: van precies dezelfde lengte, en voorzien van dezelfde versiering op het heft.
Dit dessertcouvert is tussen de 17 en 20 cm lang. Het ligt links & rechts van het bord bij de broodmaaltijd (ontbijt, lunch) maar kan ook bij het diner boven het bord gelegd worden.
Zilveren dessertcouverts in een oude verkoopcatalogus van J.A.A. Gerritsen
Ook werden er zilveren kindercouverts gemaakt in vele modellen en in wel drie maten, zodat de kleine ook in stijl mee kon eten.
Afbeeldingen uit een oude verkoopcatalogus van J.A.A. Gerritsen
Een couvert bestaat uit een bij elkaar passende vork en lepel. En bij “elkaar passend” betekent in deze: van precies dezelfde lengte, en voorzien van dezelfde versiering op het heft. Deze zijn dan eigenlijk altijd gemaakt door zelfde zilversmid.
Door de eeuwen heen zijn er voor de heften veel verschillende versieringen toegepast : gladde modellen, modellen met een enkel filet-randje (rondfilet, puntfilet), meer bewerkte modellen (Empire, Art Nouveau) en superstrakke Art Deco modellen.
Bij een couvert hoort tot het begin van de 20e eeuw geen bijpassend mes; deze worden dan ook apart aangeboden.
Lees ook in blog van Zilver.nl:
Couverts: de geschiedenis van lepel, vork - en mes
Zilver bestek in Haags lofje of Hollands glad
Bekijk ook de collectie van Zilver.nl: