Pyriet of ijzerpyriet is het meestvoorkomende sulfide-mineraal ter wereld. Het is meer bepaald een ijzersulfide met de chemische samenstelling FES2 (ijzerdisulfide). Omwille van zijn oppervlakkige gelijkenis met goud wordt het ook wel eens "the Fool's Gold" genoemd of "Goud voor Dwazen". Die gelijkenis is te danken aan de metaalachtige glans en de bleke, koper-gele tint van het mineraal. Die leverde naast Fool's gold ook nog de bijnamen messing, brazzle en Brazilië op -- voornamelijk gebruikt om te verwijzen naar pyriet aanwezig in steenkool.
De naam pyriet zelf is afgeleid van het Griekse "pyritēs lithos" (πυρίτης λίθος), dat kan vertaald worden als "steen die vuur treft" ("pyr" -- πῦρ -- betekent "vuur"). In de Romeinse tijd werd deze naam dan ook gebruikt voor verschillende steensoorten die in contact met staal vonken veroorzaken. De Romeinse geleerde Plinius de Oudere omschrijft een van deze soorten als "koperachtig" en men is er vrijwel zeker van dat hij met deze soort pyriet bedoelt. Vanaf 1550 stelt men vast dat de term pyriet algemeen gebruikt wordt ter aanduiding van alle sulfide-mineralen.
Pyriet verschijnt gewoonlijk in verbintenissen met andere sulfiden of oxiden in afzetgesteente, metamorf gesteente of kwartsaders. Ook in steenkoollagen is het terug te vinden en in fossielen treedt het wel eens op als vervangend mineraal. Daarnaast is het ook al waargenomen in de schelpen van de Crysomallon Squamiferum (een zeeslak) en wordt het vaak gezien in combinatie met kleine hoeveelheden goud. Dat goud blijft echter merendeels onzichtbaar, doordat het in het pyriet verwerkt zit (via het proces van Carlin goudafzetting). Soortgelijk is er ook een band tussen pyriet en arseen.
Aangezien pyriet vonken geeft, wordt het vanaf de 16de eeuw gebruikt als ontstekingsmechanisme in vuurwapens, in het bijzonder het zogenaamde radslot. Om dit pistool af te vuren slaat men pyriet tegen een cirkelvormige staalvijl. Vandaag de dag blijft pyriet in commercieel gebruik voor de productie van zwaveldioxide, bijvoorbeeld in de papierindustrie of bij de productie van zwavelzuur. In de vroege jaren van de moderniteit (voor de vacuümbuis) deed het ook dienst als minerale detector in radio-ontvangers. Recenter is dan weer het gebruik als kathodemateriaal in niet-oplaadbare lithiumbatterijen en, vooral, in zonnepanelen. Pyriet is namelijk niet schaars en dus goedkoop. Bovendien is het niet giftig, waardoor het een ideaal ingrediënt van fotovoltaïsch materiaal is. Modernere zonnecellen zijn zelfs volledig uit pyriet gemaakt.
In de juwelierskunst is pyriet in de eerste plaats een bouwsteen van de zogenaamde markasiet sieraden. Deze sieraden zijn al bekend sinds de oudheid en kenden sindsdien al verschillende revivals, bijvoorbeeld in het Victoriaans tijdperk. Ze worden gemaakt door de samenvoeging van kleine stukjes pyriet. Onder smeden verwijst de term markasiet zo al snel naar alle ijzersulfiden (waaronder pyriet). Er bestaat echter ook een ijzerdisulfide-mineraal genaamd marcasiet. Dat mineraal is lichter van kleur en ongeschikt voor het maken van sieraden, aangezien het broos en chemisch onstabiel is.
Marcasiet sieraden hebben hun compleet eigen look en zijn beeldschoon. Pyriet wordt in sieraden vaak gecombineerd gebruikt met parels en edelstenen.
Bekijk ook onze collectie:
Lees ook het blog: