Gember is een specerij waar Nederlanders gek op waren en nog steeds zijn. Gember wordt gewonnen uit de wortels van de gemberplant. Het verhaal vertelt dat gember vanuit Indonesië naar Europa werd gebracht door Marco Polo. Gember kwam en komt in veel gerechten voor en werd meestal in bolletjes vorm ingemaakt met geconcentreerd suikerwater. Men at gember aan het eind van de maaltijd omdat het de spijsvertering ondersteunt en dat was in die tijd met de uitbundige, gekruide maaltijden meer dan nodig.
Zilveren gembercouverts, op tafel voor het dessert
Deze gemberbollen werden dan als nagerecht geserveerd in grote kristallen gembercoupes, vazen op een voet met deksel. Speciaal voor het opscheppen van de gember werd omstreeks 1850 het gembercouvert ontworpen. Een gembercouvert bestaat uit een sierlijke lepel en een bijpassen de vork. De vork heeft altijd één tand die breder is en aan de buitenkant iets scherp, zodat men de gember kon doorsnijden.