Art deco of deco is een kunststijl die verschijnt in Frankrijk, aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog (1914/18). De naam is een afkorting van Arts Décoratifs, zoals in de Parijse Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes uit 1925 (Internationale tentoonstelling van moderne decoratieve en industriële kunst). De regel bij deze tentoonstelling was dat het tentoongestelde niet op iets mocht lijken uit het verleden, het moest echt vernieuwend zijn. De strekking staat bekend voor het centraal stellen van alledaagse gebruiksvoorwerpen en de combinatie van verschillende moderne stijlen, traditioneel vakmanschap en rijke materialen. Tijdens de hoogdagen is art deco gelijk aan luxe. De stijl is strak, glamoureus en ademt uitbundigheid en vertrouwen in de technologische vooruitgang uit.
De inspiratie wordt hiervoor gevonden bij de Weense Secessie en later het kubisme, die art deco gewaagde geometrische vormen geven. De liefde voor felle kleuren wordt gedeeld met de Ballets Russes en het fauvisme. Het vakmanschap doet denken aan de meubelmakers van Louis Philippe I en Louis XVI. Uit China, India, Japan en Perzië waaien tegelijk vleugjes exotisme over, net als uit het oude Egypte en de Mayacultuur. Tot de favoriete materialen behoren ondertussen zeldzaamheden zoals ebbenhout en ivoor.
Uit deze vroege periode blijven tal van New Yorkse wolkenkrabbers hoogtepunten van de art deco architectuur en beeldkunst, waaronder de Chrysler Building, gebouwd tussen 1920 en 1930. Dichter bij huis blijft de Belgische hoofdstad Brussel een soort levend art deco museum. Vanaf de jaren 1930 dwingt de Grote Depressie art deco echter om een ingetogenere weg in te slaan. Nieuwe materialen worden roestvrij staal en plastic. Een bekende nieuwe techniek wordt het verchromen. Slanke "streamline modern" vormen en gladde, gepolijste oppervlakken zetten nu de toon. Wat dat betreft, kondigt de latere deco eigenlijk de moderne (industriële) en de internationale architectuur aan, die vandaag de dag nog steeds populair zijn.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog moet de strekking echter eerst even baanruimen voor functionaliteit en sierloosheid. Desalniettemin blijft art deco voor eens en altijd de eerste waarlijk internationale stijlstrekking in de kunstgeschiedenis.
De onverwachte uitbraak van de Eerste wereldoorlog in 1914 zorgt voor een drastische ommekeer in de Nederlandse zilverindustrie. Direct na de aanvang viel de verkoop van zilver vrijwel helemaal stil. In angst wacht de bevolking de ontwikkelingen af. Maar als na een jaar blijkt dat Nederland neutraal zal blijven neemt de vraag naar zilver toe. Toonaangevende zilverfabrieken zoals Van Kempen en Begeer weten zelfs hun omzet te verdubbelen.
De Nederlandse zilverfabrieken beseften dat ze met hun tijd mee moesten gaan en hun klanten de mogelijkheid moesten bieden om te kiezen tussen klassieke modellen en modern zilver. Zo verdwenen de Art Nouveau modellen en werden er symmetrische, vaak gehamerde, modellen ontworpen. De productie van deze moderne modellen stond niet in verhouding met die van de klassieke modellen, de moderne modellen passen niet bij de klassieke inrichting.
In de turbulente jaren 20 van de 20e eeuw, beter bekend als het tijdperk van de Art Deco, onderging de modewereld een revolutionaire transformatie. Deze stijlperiode, gekenmerkt door zijn strakke lijnen, geometrische vormen en luxueuze materialen, bracht een golf van verandering teweeg, niet alleen in de mode, maar ook in de wereld van de sieraden.
Een hoogtepunt van de Art Deco-beweging was de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes, gehouden in Parijs in 1925. Een aanzienlijk deel van de tentoonstellingsruimte werd gewijd aan de kunst van sieraden. Het was daar dat de beroemdste ontwerpers van die tijd hun creatieve meesterwerken presenteerden.
Enkele van de meest gerenommeerde ontwerpers uit de Art Deco-periode waren onder andere:
Cartier: Met zijn ongeëvenaarde vakmanschap en innovatieve ontwerpen werd Cartier een icoon in de juwelenwereld. De elegante stukken van Cartier combineerden strakke lijnen met edelstenen zoals diamanten, smaragden en saffieren.
Mellerio: Deze Parijse juwelier, opgericht in 1613, behaalde grote successen tijdens het Art Deco-tijdperk. Mellerio stond bekend om zijn opvallende geometrische ontwerpen en het gebruik van levendige gekleurde edelstenen.
Mauboussin: Mauboussin werd bekend om zijn moderne ontwerpen en baanbrekende technieken. Het huis creëerde unieke stukken met geometrische patronen en levendige kleuren, vaak gecombineerd met diamanten.
Van Cleef & Arpels: Dit luxe juweliershuis veroverde de harten van de elite met zijn verfijnde en elegante sieraden. Van Cleef & Arpels stond bekend om zijn gebruik van bijzondere edelstenen en ambachtelijke details.
De meest opvallende juwelen uit de Art Deco-tijd waren ware kunstwerken. Ze waren voorzien van strakke lijnen, hoekige vormen en werden rijkelijk versierd met kostbare edelstenen. Diamanten waren bijzonder populair en werden vaak gecombineerd met edelstenen zoals saffieren, smaragden, robijnen en parels. De sieraden waren een weerspiegeling van de veranderende tijdsgeest en symboliseerden de vrijheid en het zelfvertrouwen van de moderne vrouw.
Naast de ontwerpers en de juwelen zelf, waren er ook enkele iconische vrouwen uit die tijd die deze sieraden met trots droegen. Een van de meest opvallende figuren was Coco Chanel, een pionier in de mode-industrie. Haar revolutionaire ontwerpen, zoals de kleine zwarte jurk en de sportieve chic-stijl, vormden de perfecte aanvulling op de strakke en elegante Art Deco-sieraden.
De Art Deco-stijl was een brutaal en krachtig statement, dat de traditionele sieradenstijlen overtrof. Het belichaamde de geest van de Roaring Twenties en gaf uiting aan de veranderende rol van vrouwen in de samenleving. Met zijn verfijnde ontwerpen en weelderige materialen blijft Art Deco-sieraden tot op de dag van vandaag een bron van inspiratie voor hedendaagse ontwerpers en liefhebbers van schoonheid en elegantie.
Bekijk onze collectie: