Joseph Germain Dutalis (Brussel, 23 april 1780 - 5 december 1852) was een Belgische edelsmid (zilver en goud). Hij is de zoon van Pierre Gabriël Germain Dutalis en Maria Johanna le Lait. Als smid volgt hij zijn vader op, bij wie hij ook in de leer was. Vader en zoon hebben een bloeiend bedrijf in de Magdalenastraat in Brussel. Daarnaast studeert hij nog bij zilversmeden in Antwerpen, Bergen (vaders geboortestad), Namen, Antwerpen en Leuven. In Parijs werkt hij 2 jaar als meesterknecht voor hij, in 1814, het familieatelier overneemt. Hij wordt er hofleverancier van koning Willem I van Nederland en later, vanaf 1830, ook van Leopold I van België. Joseph Germain Dutalis maakt in opdracht van Koning Willem I duizenden gebruiks- en siervoorwerpen.
Met wisselende parlementen in 's-Gravenhage en Brussel heeft Joseph in de Verenigde Nederlanden een overvolle agenda. Bovendien is er niet alleen het koningshof: op een belastinglijst uit 1817, opgesteld door de 100 belangrijkste ondernemingen van het moment, prijkt Dutalis als enige zilversmid. Er zijn regalia en onderscheidingen, zilveren borden, medailles en sieraden. Tot op heden gebruikt men het zilver van Dutalis aan het hof in Den Haag. Daarnaast is hij er ook bekend als de ontwerper van een voornaam deel van de juwelenkist van Anna Pauwlona, Prinses van Oranje. Zij bestelt ook nog het kerkzilver in Russisch-orthodoxe stijl, dat momenteel bewaard wordt in de Heilige Maria Magdalene kerkkapel.
Van het vele zilverwerk wat Dutalis aan het hof leverde zijn 1795 stuks bewaard gebleven die nu onderdeel uitmaken van de Koninklijke Verzamelingen. Het gaat hierbij niet allen om zilverwerk voor op de koninklijke tafel maar ook om geschenken, geboortecadeaus voor kinderen en kleinkinderen, juwelen en kerkelijk zilver.
Het meesterteken van Dutalis is een ruitvormig kader met een D binnen een brandend hart.
Het hoogtepunt van Dutalis' roem en artistiek-ambachtelijkheid gaan voor veel historici hand in hand. Ze verwijzen dan meestal naar de uitzet van Prinses Marianne van Nederland. De bekende kapspiegel uit deze collectie, een ontwerp van Louis Royer, is nog steeds te bewonderen in het Rijksmuseum te Amsterdam.
Grote verguld zilveren toiletspiegel die zilversmid Joseph-Germain Dutalis in 1828-1829 maakte voor prinses Marianne, dochter van Willem I, Collectie Het Rijksmuseum
In 1830 deelt de Belgische Revolutie rake klappen uit aan het familieatelier met inmiddels 30 werknemers. De productie stort in en Leopold I van België weet Dutalis amper op de been te houden met de eerste kruisen van de Leopoldsorde -- mogelijk een ontwerp van Dutalis zelf. Het gespecialiseerd atelier produceert superieur emaille, giet- en smeedwerk; maar het is te duur voor dit soort opdrachten en verliest het uiteindelijk van de (inferieure) kruisen uit Parijs, die 1 of 2 frank goedkoper zijn.
Kort hierop, in de periode 1832/44, treedt een stijlbreuk op in het werk van Dutalis. In het spoor van zijn vader volgt hij tot dan de Louis Seize stijl, die nu plaats maakt voor een rijkere mix van (neo) renaissance, rococo en barok. Het typische Dutalis zilverwerk wordt minder helder en meer versierd.
Als hofleverancier maakt Dutalis nu vooral zilveren serviezen en bestekken. In 1997 wordt verder nog een opvallend werk aan hem toegeschreven, zijn versie van de Warwick vaas. Het is een kopie in verguld zilver, in 1834 uitgereikt als Prijs van de Koningin bij een paardenwedstrijd in Brussel.
Het atelier Dutalis sluit de deuren in 1844. Joseph gaat rentenieren en investeert zijn winsten in classicistische, Brusselse nieuwbouw en land rond de stadsring. Zoons Charles en Gustave zijn geen smeden, maar respectievelijk een herenboer en een industrieel. Gustaves "Hibernis" zetmeelfabriek gaat echter failliet in 1884, terwijl gokschulden en hoererij het Dutalis kapitaal uitputten. De zoons blijven uiteindelijk eenzaam achter, verlaten door hun echtgenotes.
Lees ook:
Bekijk ook onze collectie: