en strategische oorlogsvoering; en een sponsor van kunst, handel en strategie. De godin is echter geen beschermer van geweldvoering, zoals Mars, maar wel van defensieve oorlog. Vanaf de 2de eeuw stellen de Romeinen haar gelijk aan de Griekse godin Athene. Samen met Jupiter en Juno wordt Minerva dan een onderdeel van de Capitoline Triade. Ze is er de maagdelijke godin van muziek, poëzie, medicijnen, wijsheid, handel, weven en handwerk.
Prent, Collectie Het Rijksmuseum
In navolging van de Griekse Athene wordt Minerva geboren uit Metis, die voor de bevalling wordt opgeslokt door Jupiter. Ze barst uit het hoofd van haar vader, volwassen en volledig bewapend. Jupiter bezwangert de titaan Metis dan ook met geweld. Ze verandert voortdurend van vorm in pogingen om aan hem te ontsnappen.
Als hij hoort van Minerva's komst herinnert Jupiter zich de profetie dat zijn eigen kind hem zal omverwerpen, zoals hijzelf met Saturnus heeft gedaan en Saturnus met Caelus. Uit angst dat het kind een sterke man zal worden, slikt Jupiter Metis geheel in, nadat hij haar zichzelf in een vlieg doet veranderen. In Jupiter brengt Metis Minerva ter wereld en smeedt ze wapens en bepantsering voor haar kind. In sommige versies blijft Metis vervolgens voortleven in de geest van Jupiter, als bron van wijsheid. Andere versies maken van Metis een vat voor de geboorte van Minerva, waarvan het constante rondbeuken Jupiter pijn laat lijden. Om de pijn te verlichten gebruikt Vulcan een hamer om Jupiters hoofd open te splijten en uit die kloof komt Minerva tevoorschijn.
Minerva staat op de munten van verschillende Romeinse keizers. Ze wordt er vaak afgebeeld op de achterkant met harnas en speer. Even vaak is ze in gezelschap van de uil van Minerva, een heilig schepsel dat wijsheid en kennis symboliseert. Een enkele keer verschijnt ze ook wel aan de zijde van een slang of olijfboom. Hoewel ze vrouwelijke is, is Minerva daarbij meestal lang, atletisch en gespierd.
Sinds 1814 maakt de afbeelding van het hoofd met de helm van Minerva onderdeel uit van het in Nederland gebruikte groot zilverkeur. Dit groot zilverkeur bestaat uit 4 merkjes: de leeuw voor het zilvergehalte, de minervakop is het kantoor aanduidende merk, in de helm staat een letter die aangeeft in wilt kantoor het stuk ter keuring is aangeboden, een jaarletter en een meesterteken.
De minervakop met in de helm de M = het keurkantoor van Schoonhoven.
De letter die in de helm staat, staan voor:
A= Amsterdam 1814-1988
.A.=Amsterdam II 1814-1927
B=Utrecht 1814-1986
C=Den Haag 1814-1988
E=Groningen 1814-1927
F=Leeuwarden 1814-1984
G=Zwolle 1814-1878
H=Arnhem 1814-1970
I=Breda 1814-1875
K=Den Bosch 1814-1986
L=Middelburg 1814-1889
M=Schoonhoven 1837-1984
N=Maastricht 1852-1926
O=Roermond 1852-1868
P=Alkmaar 1852-1926
Q=Roosendaal 1889-1927
R=Gouda 1988-heden
Als een meesterteken onduidelijk is kan de letter in de minervahelm soms toch de goede richting aangeven bij het toeschrijven van het zilveren item.
Hieronder op de foto een voorbeeld van het Nederlands groot zilverkeur: GZ monogram = het meesterteken van Gerritsen te Zeist/Amsterdam, de lopende leeuw met een 2 staat voor 2e gehalte zilver 835/000, de minervakop met in de helm de letter A van het keurkantoor te Amsterdam en de jaarletter o van 1924.
Lees ook:
Het Koninkrijk der Nederlanden
Bekijk onze collectie: