Oostzeelepels vormden vroeger een relatiegeschenk, maar ze zijn nu een bijzonder verzamelobject. De meeste van deze zilveren lepels zijn vervaardigd in Oostzeegebieden. Ze werden door de cargadoor aan schippers gegeven wanneer zij extra vracht op hun boten toelieten. Het was geen omkoopmiddel, maar meer een betaling of geschenk ter bedankje. De schippers bewaarden deze Oostzeelepels voor hun oude dag of als 'appeltje voor de dorst'.
Omdat er in de 19e eeuw veel Friese, Drentse en Groningse schepen richting de Oostzee voeren, zijn er veel Oostzeelepels in Nederlands bezit. Sommige zijn te bekijken in musea, waaronder het Kapiteinshuis Pekela, het Veenkoloniaal Museum, het Fries Scheepvaart Museum en het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.
Het Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen kreeg van een verzamelaar 65 zilveren Oostzeelepels. Daarmee heeft dit museum de grootste collectie van Oostzeelepels. Dat de Oostzeelepels aan dit museum werden geschonken is niet zo vreemd. Het waren immers voor het grootste deel Groningse vrachtschepen die vanuit de haven op weg gingen naar het Oostzeegebied om daar handel te bedrijven.
De zilveren lepels, grote van een dinerlepel, zijn voorzien van een spatel- of puntige steel. Hoe de lepel bewerkt is, is voornamelijk afhankelijk van de leeftijd. De lepels werden aan schippers gegeven vanaf de 18e eeuw tot en met de 19e eeuw. De zilveren lepels werden meestal aan de achterzijde voorzien van een gravering in stippelpatroon met de naam van het schip/ de schipper en de datum maar er zijn verschillende variaties in gravure. Er zijn ook lepels waar aan de achterzijde van de steel de naam van de kapitein is gestempeld of gegraveerd. Ook zijn er lepels met de naam van het schip en een jaartal, deze inscripties maken het een fantastisch verzamelgebied.
Bekijk ook de collectie van Zilver.nl: