Gerritsen & Van Kempen 

Gerritsen & Van Kempen, een mooie zilver periode

Als in 1924 Anton van Kempen uit de directie van de zilverfabriek Van Kempen, Begeer en Vos stapt wordt hij directeur bij de concurrent, de Zilverfabriek in Zeist. Die zilverfabriek krijgt dan de naam Gerritsen & Van Kempen. De firma van Kempen is dan genoodzaakt na het vertrek van de naamgever de naam te veranderen in De Zilverfabriek te Voorschoten. Een boeiende periode breekt aan.

Gustav Beran ontwerper bij Gerritsen & Van Kempen

Anton van Kempen benadert, op zoek naar een nieuwe ontwerper, eind 1933 de Weense architect Josef Hoffmann, leider van de Wiener Werkstätte. Josef Hoffmann was de leermeester van Christa Ehrlich die op dat moment volop naam maakt met haar vernieuwende ontwerpen voor concurent Van Kempen, Begeer & Vos. Het is een weloverwogen zet. Josef Hoffman benadert zijn oud-leerling Gustav Beran die net is afgestudeerd aan de Kunstgewerbeschule.

In 1934 komt Gustav Beran naar Zeist waar hij door de al gepensioneerde Valk wordt ingewerkt. Er is dagelijks veel tekenwerk en vele opdrachten worden op ware grootte uitgevoerd, want de klant is koning. Het is een unieke service, die bij de op massaproductie gerichte fabrieken van de Zeister buren Gero en Sola ontbreekt.

Albert Gerritsen haalt Anton en Jan Van Kempen binnen

Als Albert Gerritsen, eigenaar van Gerritsen te Zeist te ore komt dat de Van Kempens overwegen om op te stappen bij Van Kempen, Begeer en Vos ziet hij een kans. Hij zoekt contact met de familie van Kempen en doet ze een aanbod. In 1924 treedt Anton van Kempen uit de directie van Van Kempen, Begeer en Vos en wordt directeur van Gerritsen & Van Kempen. Zijn vader Jan van Kempen gaat mee en wordt commissaris. Anton van Kempen was een graag geziene man en naam diverse ervaren vakmensen zoals ontwerper Valk mee maar ook diverse goede klanten.

De zilverfabriek Gerritsen & Van Kempen groeit

Met en door de komst van de Van Kempens groeit de Gerritsen & Van Kempen zilverfabriek snel tot een grote speler op de zilvermarkt. Was Gerritsen eerst vooral een kleinwerker, nu wordt er ook prachtig servieswerk en zilver bestek gemaakt. Er komen tientallen nieuwe bestekmodellen bij die worden getoond in mooi catalogi. Ook worden er modellen gemaakt die lijken op de bestsellers van de Van Kempen zilverfabriek. Het bedrijf groeit zo hard dat het zelf beursgenoteerd wordt, het is bij beleggers een geliefd aandeel. 

Het meesterteken van Gerritsen & Van Kempen

Het meesterteken voor het zilverwerk van Gerritsen & van Kempen bestaat uit v.k gevat in een grote G.

De aanhoudende concurrentiestrijd brengt heel veel mooi zilverwerk voort!

De Zilverfabriek Voorschoten heeft het heel moeilijk met de opkomst van Gerritsen & Van Kempen. Van Kempen probeert zelfs het oude familiebezit opnieuw in handen te krijgen maar dit lukt, door de harde eisen, niet. De kemphanen blijven daardoor jaren lang elkaar bestrijden, wat de zilverliefhebber heel veel mooi zilverwerk oplevert.

Zilver ontwerper Hendrik Jacobus Valk

Ontwerper Hendrik Jacobus Valk gaat als ontwerper mee met Anton van Kempen van Van Kempen, Begeer en Vos naar Gerritsen & Van Kempen. Hij tekent lange tijd de ontwerpen voor Van Kempen, hij is de ontwerper van model puntgroef beter bekent als model puntfilet en het servies model Versailles 1513, beide ontworpen rond 1916. Als ontwerper bij Gerritsen & van Kempen borduurt hij voort op deze ontwerpen en tekent model Cardinaal, een servies wat veel weg heeft van Versailles. Als Valk met pensioen gaat in de 30er jaren wordt zijn werk overgenomen door Ans van Zeijst. Zij ontwerpt enkele Art Deco modellen maar vertrekt al snel weer.

Op zoek naar een nieuwe ontwerper haalt Anton van Kempen, de Weense ontwerper Gustav Beran in 1934 naar Gerritsen & Van Kempen.

Gustav Beran ontwerper en trendsetter

De vernieuwende ontwerpen van Gustav Beran vallen erg in de smaak. Zijn bestekmodellen model 400 en model 600 zijn nog altijd zeer geliefd. Op de wereldtentoonstelling in Parijs in 1937 komt de concurrentiestrijd tussen de twee zilverfabrieken tot een hoogtepunt. In Parijs, staan in het Nederlandse paviljoen de inzendingen van zowel Gustav Beran (Gerritsen & Van Kempen) als die van Christa Ehrlich (De Zilverfabriek te Voorschoten) tentoongesteld. Beide ontwerpen worden zeer gewaardeerd. Maar omdat Carel Begeer deelneemt aan de jury komt het zilverwerk van Christa Ehrlich niet voor een prijs in aanmerking. Gustav Beran ontvangt de prestigieuze Diploma d'honneur voor zijn inzending bestaande uit enkele serviezen. De aandacht gaat vooral uit naar een theeservies met geplooide vormen wat na de tentoonstelling ook wordt verkocht onder de naam Paris!

Gerritsen & Van Kempen na de oorlogsjaren

De oorlogsjaren zijn voor iedereen heel zwaar ook voor de zilverfabriek. Gustav Beran moet in de oorlog ons land verlaten maar keert na diverse omzwervingen in 1948 terug in Nederland. In die periode wordt het ontwerpwerk bij Gerritsen & Van Kempen verzorgd door Toos den Hartoogh-Muysert, die al sinds 1938 onder Beran heeft gewerkt.

Na de oorlog moet de collectie van Gerritsen & van Kempen voldoen aan eigentijdse wensen van de moderne zilverliefhebber. In het ontwikkelen van een nieuwe stijl neemt Gustav Beran het voortouw. Voor de zilverindustrie breekt een nieuwe periode aan, waarin de wensen van een groter, breder publiek bediend moeten worden.

Oude verkoopcatalogussen zilver van Gerritsen & Van Kempen.

In de jaren 50 ontwerpt Gustav Beran zilver bestekmodel Jeunesse, een eigentijds en compact model met messen met kortere lemmets. De vormen worden korter, kleiner en ronder.

De fusie in 1960

Door de steeds sterkere concurrentie uit de rest van Europa zijn de twee concurrenten in 1960 genoodzaakt om te gaan fuseren. De nieuwe naam wordt Van Kempen & Begeer.