Zilver bestek houdt niet op bij couverts alleen. Het zijn juist de extra accessoires, het zilveren schepwerk, die het tafelen zo mooi en luxe maken. Bij ieder gerecht werd vroeger dan ook een zilveren schep gemaakt. Bij een treeft een zilveren aspergeschep, bij de juskom een zilveren juslepel en voor de aardappelkroketjes natuurlijk een zilveren kroketschep.
Er zijn zilveren visscheppen, natfruitlepels en mergboren uit drie eeuwen te verzamelen en natuurlijk te gebruiken in diverse stijlen en vormen. Stuk voor stuk meesterstukjes waar de zilversmid zijn vakmanschap in kon laten zien. Er zijn zoveel leuke, mooie zilveren scheppen en schepjes gemaakt die dit onderwerp zo ontzettend interessant maken zoals de spiegeleischep, de notenpeller of het tomatenmesje.
Aan het eind van de 18e eeuw nam de diversiteit aan schepwerk langzaam toe. Men werd zich bewust van hygiëne, de verscheidenheid aan voedsel werd groter en de financiële positie verbeterde. Aan het eind van de 19e en in het eerste kwart van de 20ste bereikte de hoeveelheid schepwerk zijn hoogtepunt. Voor werkelijk elk gerecht werd een schep bedacht en die schep kwam er dan in bestekmodellen maar ook ontworpen door bekende ontwerpers. Kijk rond en geniet van het prachtige zilveren schepwerk.
Nederlandse zilversmeden hebben vanaf 1680 tot 1940 een grote verscheidenheid aan zilver schepwerk gemaakt. Van zilveren scheppen en schepjes voor dagelijks gebruikt tot bijzondere zilveren scheppen voor bijzondere gelegenheden. Zilver schepwerk, handwerk, uit drie eeuwen is nog steeds voor redelijke bedragen te koop en te verzamelen.
In de 17e/18e eeuw bestond het zilveren schepwerk vooral uit zilveren brijlepels, zilveren visscheppen, confiturevorkjes, strooilepels, zilveren roomlepels, theelepels, potagielepels, zilveren mergboren , zilveren lepels, vorken en persoonlijke messen.
In de 19e eeuw wordt het assortiment aan zilver schepwerk steeds groter; zilveren aspergetangen, kaasstekers, kruimelspanen, slatangen, suikertangen, gembercouverts en vele andere mooie scheppen en schepjes worden in diverse stijlen, vormen en maten gemaakt. Rond 1880 worden de eerste zilveren eierlepels gemaakt en iets later komen er viscouverts.
In de eerste helft van de 20ste eeuw wordt er werkelijk voor ieder gerecht een bijpassende schep gemaakt, de aardappellepel doet zijn intrede net als de spiegeleischep, de kroketschep en de zilveren rijstlepel. Een geweldige tijd voor liefhebbers van zilver bestek een dienwerk. Er wordt schepwerk gemaakt in alle mogelijke bestekmodellen maar ook uitzonderlijke stukken. Er worden modellen en uitzaagwerk ontworpen door bekende ontwerpers zoals Christa Ehrlich, Gustav Beran en Harm Ellens.
In Nederland is er vanaf 1814 keus om een zilveren voorwerp klein te laten keuren of groot. Vaak ook is er geen keus en is de ruimte op een steel gewoon te krap voor het groot keur. Het Nederlands klein keur bestaat uit de afbeelding van een zwaardje in combinatie met een meesterteken. Het Nederlands groot keur bestaat uit 4 keuren; een minervakopje, een meesterteken, een jaarletter en de Nederlandse leeuw.
Voor meer informatie over zilverkeuren kunt u kijken en lezen in Keurendatabase
Met de aankoop van een stukje antiek zilver bestek of schepwerk koopt u een stukje geschiedenis en dekt u sfeervol de tafel. Het leuke van tafelzilver verzamelen is dat je nooit uitgespaard en geleerd bent en je kunt vele mooie combinaties maken, eeuwen met elkaar vermengen! Na bestek en opscheplepels kunt u verder verzamelen met klein bestek zoals een botermesje, vleesvorkjes of citrusmesjes.
Wilt u meer lezen over het gebruik van zilver schepwerk lees dan in het blog:
Antiek zilver schepwerk, recepten en kookboeken door de eeuwen heen
